Ga ik wel schrijven? Of doe ik het niet? Is dit wat ik nog wil en voor wie doe ik dat dan eigenlijk precies? Is het waardevol? Waardevol genoeg om te delen? En zitten mensen hier nu eigenlijk nog wel op te wachten….
Zomaar een aantal vragen die al weken of zelfs maanden door mijn hoofd gaan. Blijkbaar vind ik vandaag de dag om te kiezen om wel te schrijven. Het is niet zo dat ik ‘niets’ meer heb gedaan met ons verhaal. Ik heb een cursus gevolgd om mijn eigen boek te schrijven. Zo heb ik het idee om een boek over je te schrijven. Niet zozeer over jou, maar wel over alles wat er met je gebeurd is. Gaandeweg dit proces kwam ik erachter dat ik jou verhaal niet kan vertellen. Ik kan niet voor jou spreken namelijk. Het is dus in feite mijn verhaal. Mijn visie op het ongeluk, de periode daarna en het nu. Dat klinkt vrij logisch, maar dit zorgt zo nu en dan toch voor een “schrijversblokkade”. Ineens gaat het om mijn gevoelens, mijn beleving. En dit maakt kwetsbaar.
Daarnaast is terug in de tijd gaan ook veel herbeleven. Opnieuw die periode door. Foto’s bekijken, filmpjes. Dat is pijnlijk en mooi tegelijk. Mooi om te zien waar we nu staan, bizar veel beter als destijds. Pijnlijk om opnieuw te zien wat ik nog wel weet, de pijn en het verdriet.
En dat is misschien ook waar het afgelopen jaar veel over is gegaan. Afgelopen jaar, want overmorgen is het alweer de 13e van november. het 4e jaar na die ene dag toen. Alweer vier jaar? Of pas vier jaar?
Een jaar wat misschien minder om jou heeft gedraaid, maar des te meer om ons. Stil staan, voelen, beleven. Wat is er gebeurd? Waar staan we nu? Belangrijker nog wat staat ons te wachten? En shit zeg, hoe is het eigenlijk met jou of met mij zelf?
We zijn er zelf bij ingeschoten de laatste jaren. Alles draait om het leven in het ‘nu’ maar weinig over hoe ik mij daar bij voel. Doorgaan en nog veel meer dan dat. Blij moeten zijn. Maar wat als ik mij nu helemaal niet blij voel?
Na ons hectische ziekenhuis jaar vorige zomer ben ik vorig jaar herfst lichtelijk schoorvoettend, dat wel begonnen aan ‘mijn’ traject. Wekelijkse bezoekjes aan L. ‘mijn’ maatschappelijk werkster. Ik startte mijn gesprek met: ‘Nee joh het gaat allemaal best prima, maar wanneer word het nu weer gewoon normaal’? Dat was mijn diepste wens, graag alles weer normaal. Maar wat nu als mijn normaal niet meer normaal word? Als dat wat ik ken en beken mee ben niet meer terug komt? Juist, dan moet je dus accepteren en doorvoelen wat dit alles betekent heeft. En mijn oude normaal los laten.
Wie ben ik? Wie ben ik in dit alles? Ik ben bovenal moeder, maar ook vrouw en vrouw van, een dochter een zus, een vriendin en ergens ook nog een collega en werknemer. Dat klinkt mooi, maar wie ben ik zonder dit alles? Wie ben ik zonder een rol? Precies dit heb ik het afgelopen jaar flink onderzocht. Gepaard met heel veel tranen. Met mooie herinneringen, maar ook met pijnlijke. Accepteren dat ik, ‘ik ben’ zonder alles. En dat ik ‘ik’ mag zijn. Met al mijn moois en alles wat minder mooi is. Best kwetsbaar dus.
Ben ik dan nu klaar? Oh echt niet. Heb ik overal antwoorden op? Zeker niet. Wat is er dan anders? Ik ben milder geworden. Ik kan terugkijken zonder heel boos te worden. Ongelukken gebeuren nu eenmaal en soms ben je er domweg bij betrokken. Ik kan vaak zelfs zeggen dat het leven echt weer oke is, en dat we ook weer gelukkig zijn. Dat het niet hebben van een betaalde baan buiten de deur geen schande is. Dat ik met heel veel liefde gekozen heb om er te zijn voor jou, omdat jij dat nodig hebt. Ook al was er geen echte keuze. Is dit altijd makkelijk, absoluut niet. Maar hé, ik ben op de goede weg. En alles heeft tijd nodig ook dit proces. Mijn proces.
Word alles weer normaal? Nee, dat kan ook niet. Is het leven weer goed? Dat is het zeker. Hoe is het dan met Noor? Dit blijft voor mij een moeilijke vraag, het liefst zeg ik; rustig of stabiel. Maar dat geeft mogelijk ook aan dat er nog verbetering mogelijk is of verandering. Dus dat suggereert hoop, ook nog altijd voor mij. Echter is de arts duidelijk geweest. Het afgelopen jaar is er ook een MRI geweest. De arts heeft uitgesproken dat er heel veel schade is in je hersenen. Maar dat zij niets meer kunnen doen voor je. Je bent een wonder, dat wat je laat zien en toch wel kan is absoluut wonderlijk te noemen. Tegelijkertijd beseft hij ook dat er heel veel ‘niet’ is. Maar dit is het. We kunnen een intensieve periode van MRI’s en controles voor nu afsluiten. We nemen voor nu afscheid. Controles loslaten en vertrouwen op je lijf. Hoop op beter is er niet meer. Opnieuw accepteren.
Na veel therapie: praten, lachen, voelen, huilen ga ik het dan toch zeggen: Het gaat goed bij ons! We zijn gelukkig met net als iedereen ook onze moeilijke dagen. Met onze Noor gaat het goed, maar ze heeft Niet Aangeboren Hersenletsel. En dit is nu eenmaal een beperking. En dit gaat niet meer over. We zijn een gezin met een kindje met een beperking.
Hoe mooi weer verwoord Joyce. En sterk, knap en mooi je zo kwetsbaar durven op te stellen. Voor wie? Dat weet je zelf het beste. Maar ik vond het fijn weer wat van je te lezen. We hebben geen contact meer en dat is goed zo maar je zit nog wel in mijn hart. Ben blij dat je gelukkig bent, je komt er wel! ❤
Respect voor de manier waarop je/jullie deze “bijzondere” periode door gekomen zijn en dat je/jullie vanuit acceptatie mogen genieten van jullie “bijzondere” dochter!
Veel licht toegewenst na een duistere periode!
Nou Joyce, je hebt het ook voor mij geschreven, want al zien we elkaar zelden tot niet, diep in mij was ik steeds betrokken bij op jou/jullie en je berichten.
Waarom? Omdat ik enorm van kinderen houd en dus automatisch ook van hun ouders/gezin.
Ontstellend dapper van je!! Wat ben jij “gegroeid” in jezelf de afgelopen jaren!!
Groet Inge